Jona 2:4

SVEn ik zeide: Ik ben uitgestoten van voor Uw ogen; nochtans zal ik den tempel Uwer heiligheid weder aanschouwen.
WLCוַאֲנִ֣י אָמַ֔רְתִּי נִגְרַ֖שְׁתִּי מִנֶּ֣גֶד עֵינֶ֑יךָ אַ֚ךְ אֹוסִ֣יף לְהַבִּ֔יט אֶל־הֵיכַ֖ל קָדְשֶֽׁךָ׃
Trans.2:5 wa’ănî ’āmarətî niḡərašətî minneḡeḏ ‘êneyḵā ’aḵə ’wōsîf ləhabîṭ ’el-hêḵal qāḏəšeḵā:

Algemeen

Zie ook: Jona (vis)

Aantekeningen

En ik zeide: Ik ben uitgestoten van voor Uw ogen; nochtans zal ik den tempel Uwer heiligheid weder aanschouwen.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

אֲנִ֣י

En ik

אָמַ֔רְתִּי

zeide

נִגְרַ֖שְׁתִּי

Ik ben uitgestoten

מִ

-

נֶּ֣גֶד

voor

עֵינֶ֑יךָ

Uw ogen

אַ֚ךְ

nochtans

אוֹסִ֣יף

weder

לְ

-

הַבִּ֔יט

aanschouwen

אֶל־

zal ik den

הֵיכַ֖ל

tempel

קָדְשֶֽׁךָ

Uwer heiligheid


En ik zeide: Ik ben uitgestoten van voor Uw ogen; nochtans zal ik den tempel Uwer heiligheid weder aanschouwen.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!